In 2019 ging Museum De Lakenhal weer open na een restauratie en uitbreiding van drie jaar. Wat waren de plannen van de architect, welke ideeën lagen er ten grondslag aan de nieuwbouw? En hoe is het uiteindelijk geworden? Hier zie je hoe de verbouwing in zijn werk ging.
TijdlijnSPOREN VAN VROEGER TIJDEN
Sinds 1874 is Museum De Lakenhal gevestigd in een historisch stadspaleis: de 'Laecken-Halle', die in 1640 werd gebouwd door de beroemde architect Arent van ’s-Gravesande. Het gebouw behoort tot de top van Nederlandse gebouwen uit de 17e eeuw. Eeuwenlang deed het dienst als keurhal voor wollen lakense stoffen, die vanuit Leiden over hele wereld werden geëxporteerd. De oorspronkelijke voorkant van het gebouw is nog helemaal intact, maar aan de binnenzijde is in de loop der tijd veel veranderd.
- In 1869 startte de verbouwing tot stadsmuseum door gemeentelijk architect J.W. Schaap.
- In 1890 werd een nieuwe kunstzaal toegevoegd met natuurlijk bovenlicht: de Harteveltzaal.
- In 1921 werd het museum met de bouw van de Papevleugel twee keer zo groot.
Zo ontstond een palet van gebouwdelen uit verschillende tijden. Het uitgangspunt voor de restauratie is het aanbrengen van een balans tussen deze tijdlagen, volgens het principe van ‘eenheid in verscheidenheid’. Vanaf een centraal binnenplein, de Achterplaats, zijn straks de vier gebouwdelen zichtbaar en toegankelijk. Sporen van bijna 375 jaar bouwgeschiedenis worden daarbij niet uitgewist, maar juist getoond. Daardoor krijgt elk gebouwdeel zijn eigen karakter: de zeventiende-eeuwse lakenhal, de negentiende-eeuwse kunstzalen, de twintigste-eeuwse Papevleugel en de nieuwe, eenentwintigste-eeuwse tentoonstellingszalen. Dat komt de oriëntatie in het gebouw ten goede.
Meer weten over de geschiedenis van het gebouw? Lees dan het verhaal over de geschiedenis van de ‘Laecken-Halle’
VASTGEKLONKEN IN HET GEBOUW
Sinds het ontstaan van het museum in 1874 zijn in het gebouw veel interieurelementen vastgeklonken. Dit is de zogenaamde aard- en nagelvaste collectie. Het geheel heeft een hoge historische waarde en deze collectie neemt dan ook een belangrijke plaats in binnen het restauratieproject.
SPECIALE AANDACHT: JORISTRAP
In de negentiende eeuw werd een monumentaal trappenhuis aan het interieur toegevoegd. Deze Joristrap, die een samenhangend ensemble vormt met de zestiende-eeuwse Gravenramen, is een waardevol onderdeel van de museumarchitectuur. Om de nieuw te creëren Achterplaats een zo open mogelijk karakter te geven, is verplaatsing van dit trappenhuis de aangewezen oplossing. Het ensemble wordt met behoud van het originele interieur verplaatst van de noordzijde naar de westzijde van het gebouw, waar het de verbinding blijft vormen tussen de eerste en de tweede verdieping. Alle twaalf Gravenramen kunnen op deze manier bovendien worden verenigd in een panorama van natuurlijk daglicht.
UITBREIDING MET NIEUWBOUW
Aan de achterzijde van het lakenhal-gebouw verrijst de nieuwbouw van Museum De Lakenhal, die een nieuwe gevel krijgt aan het Lammermarktplein. De nieuwbouw voegt een totaal volume van 2500 vierkante meter toe aan het museum, waarvan 450 vierkante meter tentoonstellingsruimte. Het ontwerp van deze nieuwe vleugel is een hedendaagse interpretatie van de baksteenarchitectuur van het bestaande museumcomplex. Vorm en schaal zijn geïnspireerd op de historische bebouwing in de omgeving. Al eeuwen staan hoge en lage gevels in dit gedeelte van de stad gebroederlijk naast elkaar.
HET PUBLIEK KRIJGT ALLE RUIMTE
Met de restauratie en uitbreiding worden de publieksvoorzieningen van Museum De Lakenhal aanzienlijk verbeterd. Er komt een fraai nieuw entreegebied op de vestibule van de 'Laecken-Halle', er komt een volwaardig café en een museumwinkel met een origineel assortiment. Lezingen en andere evenementen vinden plaats in het nieuwe auditorium (120 plaatsen). In het Atelier komen jong en oud samen voor workshops, schoolbezoeken en gezinsactiviteiten. Al deze ruimtes bevinden zich op de begane grond van het gebouw.
HET ARCHITECTENTEAM
De combinatie van restaureren én uitbreiden vraagt om een divers team van architecten. Verantwoordelijk voor het restauratiegedeelte is het gerenommeerde bureau Julian Harrap Architects (JHA) uit Londen. Het jonge, talentvolle Happel Cornelisse Verhoeven (HCV) uit Rotterdam tekent voor de uitbreiding.
JULIAN HARRAP ARCHITECTS, LONDON
Julian Harrap Architects (JHA) behoort tot de internationale top op restauratiegebied. Het bureau wordt voor dit project vertegenwoordigd door Robert Sandford. JHA was eerder onder meer verantwoordelijk voor de restauratie van het Sir John Soane's Museum en het Victoria & Albert Museum in Londen. Hun samenwerking met architect David Chipperfield aan de restauratie van het Neues Museum in Berlijn werd in 2011 onderscheiden met de Mies van der Rohe Award.
De oude 'Laecken-Halle' had als keurhal een specifieke functie en is in die zin dan ook vooral een praktisch gebouw. De buitenkant heeft het uiterlijk van een stadspaleis, de binnenkant is opvallend sober en van een ‘nobele eenvoud’. Door de eeuwen heen zijn verschillende restauraties en ingrijpende verbouwingen doorgevoerd. Het is de hoogste tijd voor een herinterpretatie van die bouwgeschiedenis. Het is ons streven om een selectie te maken uit de elementen die de originele sfeer en beleving van het gebouw het beste vertegenwoordigen en juist díe van extra zeggingskracht te voorzien.
Julian Harrap Architects
HAPPEL CORNELISSE VERHOEVEN, ROTTERDAM
Happel Cornelisse Verhoeven Architecten (HCVA) wordt geleid door Ninke Happel, Floris Cornelisse en Paul Verhoeven. Dit veelbelovende trio werkt vanuit een ambachtelijke, duurzame basis aan ontwerpen die nieuwbouw op vanzelfsprekende en eigentijdse wijze verbinden met de stedelijke of landschappelijke omgeving. HCVA is winnaar van de ARCAward 2013 voor het interieurontwerp van het Noord-Hollands Archief. In datzelfde jaar werden zij genomineerd als Architect van het Jaar.
team van specialisten
De architecten worden ondersteund door een team van specialisten met veel ervaring op het gebied van onder meer bouwfysica, elektrotechnische- en werktuigbouwkundige installaties, beveiliging, bouwkosten en constructie in musea.
KOSTEN EN BEGUNSTIGERS
In 2014 heeft de Leidse gemeenteraad het Uitvoeringsbesluit voor de restauratie en uitbreiding goedgekeurd en 16,6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de bouw. Museum De Lakenhal heeft zich de opdracht gesteld de overige financiering zelf te realiseren. Inmiddels is dankzij een succesvolle campagne ruim 3 miljoen euro aan fondsen opgehaald, waaronder particuliere schenkingen, een impulsbijdrage van 1 miljoen euro van de BankGiro Loterij, een bijdrage van €790.000 van de Provincie Zuid-Holland en bijdragen van het succesvolle Lucas van Leyden Mecenaat. Overige bijdragen komen van de American Friends of Museum De Lakenhal, Nederlandse particuliere- en overheidsfondsen, sponsoring en overige donaties.
GEBIEDSONTWIKKELING: CULTUURKWARTIER
Met de nieuwe achtergevel grenst Museum De Lakenhal vanaf 2019 aan de Lammermarkt, die na voltooiing van de ondergrondse parkeergarage wordt ingericht als bruisend cultuurplein. Dit plein maakt als groene oase deel uit van het langste stadspark van Nederland: het Singelpark.
Het museum ligt centraal in het Cultuurkwartier van Leiden: het gebied van Molen De Valk tot aan Museum Boerhaave, met daarin broedplaats Scheltema, muziek-theatergezelschap De Veenfabriek, muziekcentrum De Nobel, de Leidse Schouwburg, het nieuwe Kijkhuis en Theater Imperium. Terwijl de historische 'Laecken-Halle' uitkijkt op de ‘oude stad’, zal de nieuwbouw van Museum De Lakenhal het gezicht worden van de ‘jonge stad’.