Home

Iedere week interviewt Sebastiaan van Loosbroek in het kader van Lakenhalproject Kronieken van de Lammermarkt een persoon die op enigerlei wijze van doen heeft met de Lammermarkt of het directe gebied eromheen. De interviews gaan over persoonlijke ervaringen, de geschiedenis van de Lammermarkt en anekdotes die zich rond dit gebied hebben afgespeeld.

Deze week: Sjaak van de Geijn (58). Zelf is hij smid en horecaondernemer tegelijk, maar zijn vader was begrafenisondernemer van Ad Sanctos, een tijdlang gevestigd op de hoek Lammermarkt-Scheistraat. Als puber hielp Van de Geijn zijn vader bij de werkzaamheden.

interview #13

Leeftijdgenootjes werkten bij de Albert Heijn, ik zat in een lijkauto

‘Mijn vader was vroeger koster in Driehuis. Naast zijn werk als koster deed hij daar ook begrafenissen. Op een gegeven moment kwam hij als economisch vluchteling naar Leiden, want in Driehuis werd hij uitgeknepen door de katholieke kerk. In Leiden werd hij uiteindelijk begrafenisondernemer. Hij begon in loondienst bij Ad Sanctos, toen die nog op de Lange Mare gevestigd was. Na een tijdje werd hij eigen baas en vestigde hij zich op de hoek Lammermarkt-Scheistraat.

begrafenisondernemer worden

Toen we nog in Driehuis woonden, keken we uit op een begraafplaats. Als mijn vader een gat aan het graven was voor een nieuw graf, speelde ik in de berg zand ernaast. In die berg vond ik botjes van andere overledenen. Ik heb van jongs af aan ervaring met begrafenissen. Ik wilde doen wat mijn vader deed: begrafenisondernemer worden. Vanaf mijn veertiende hielp ik mijn vader. Waar leeftijdsgenootjes in de Albert Heijn werkten, zat ik ’s avonds in een lijkauto met brancard of kist een dode opa of vader op te halen. Het is soms wel smerig werk, maar ik heb geleerd dat je handen altijd schoon te wassen zijn. De doden moeten schoongemaakt worden, aan- en uitgekleed worden, ze moeten worden gekist. Mijn vader moest eens de maag van een man leegpompen die zichzelf had doodgezopen. Hij trok hem van het bed af en de drank liep er letterlijk uit. Ik heb er geen seconde nare dromen van gehad, maar heb nog wel sommige plaatjes op m’n netvlies gebrand staan.

verzuiling

Ad Sanctos was een katholiek bedrijf. De verzuiling was er nog heel erg. Iedere zuil had zijn eigen begrafenisondernemer. Mijn vader regelde voor katholieken de hele begrafenis. Hij verzorgde het hele pakket: hij inventariseerde hoeveel volgauto’s de nabestaanden wilden, of er bloemstukken besteld moesten worden, of er een rouwadvertentie in de krant moest komen, hoeveel ze wilden uitgeven aan een kist. Werd het een begrafenis of een crematie, een familiegraf of gewoon graf, welke pastoor zou de dienst gaan leiden?

overname

Ik heb de zaak van m’n vader nooit overgenomen. Enerzijds omdat hij iemand was die moeilijk de touwtjes uit handen kon geven. Anderzijds omdat ik van m’n katholieke geloof was afgestapt en het hele ritueel eromheen een toneelstukje vond. Bovendien vond ik het niet goed om al zo vroeg met de dood bezig te zijn.
Het bijzondere van het werk dat ik deed bij mijn vader was dat je in werelden terecht komt waarvan je niet weet dat die bestaan. Ik kwam eens in een huis waar drie generaties bij elkaar woonden. Alles was verpauperd. De muren waren behangen met plaatjes van Michael Jackson. Oma lag dood op zolder. Die moesten we op een brancard via een wenteltrap naar beneden tillen.’

Sebastiaan van Loosbroek (1992) is masterstudent Journalistiek & Nieuwe Media aan de universiteit Leiden en is freelance journalist. Hij schrijft onder meer voor Leids Universitair Weekblad Mare en is columnist van Leidsch Dagblad.

Sjaak van de geijn
Sjaak van de geijn