Home

Even voorstellen: Julian Harrap Architects

Restauratie & Uitbreidingblog - Deel II

Maart 2014

Museum De Lakenhal werkt toe naar 2019. In dat jaar opent het compleet gerestaureerde en vernieuwde museumgebouw: nog altijd klassiek en monumentaal, maar met meer comfort voor publiek en de museumpraktijk. Kortom: een toekomstbestendig museum. In de tussenliggende tijd houden wij u via dit blog graag op de hoogte van de ontwikkelingen. Vandaag deel 2 in een langlopende serie over de Restauratie & Uitbreiding van Museum De Lakenhal.

Architectencombinatie

De Restauratie & Uitbreiding van de monumentale Laecken-Halle uit 1642 is een veelomvattend project. Daarom is gekozen voor een combinatie van restauratie- én nieuwbouwarchitecten. In oktober 2013 is bekend gemaakt dat de geselecteerde combinatie bestaat uit het gerenommeerde restauratiearchitectenbureau Julian Harrap Architects (London) en voor de nieuwbouw het jonge Happel Cornelisse Verhoeven Architecten (Rotterdam): een gouden combinatie. Vandaag meer over de restauratiearchitecten.

Julian Harrap Architects

‘The ability to design historic building transformations without sacrificing significance ‘, ofwel: het transformeren van historische gebouwen, zonder dat het originele monument daarbij aan belang inboet. Dat is één van de kernwaarden van Julian Harrap Architects (JHA). Het gaat daarbij om belang voor de directe omgeving en het weefsel van de stad, maar voor de geschiedenis. De bijzondere status van de Laecken-Halle, de 370 jaar oude keurhal van lakense stoffen in Leiden, moet voor de toekomst worden veiliggesteld. Dat JHA hierin al vaak geslaagd is, blijkt wel uit de verschillende prijzen die zij hebben gewonnen voor prestigieuze bouwprojecten, zoals het Neues Museum in Berlijn.

NEUES MUSEUM. DAVID CHIPPERFIELD ARCHITECTS & JULIAN HARRAP ARCHITECTS
NEUES MUSEUM. DAVID CHIPPERFIELD ARCHITECTS & JULIAN HARRAP ARCHITECTS Foto © Joerg von Bruchhausen

Restauratie van de Laecken-Halle

Het gebouw van Museum De Lakenhal, waarin ooit duizenden meters Leids laken werden gekeurd, heeft een complexe geschiedenis. De karakteristieke gevel is een oriëntatiepunt in de stad. Sinds het gebouw in 1874 een museumfunctie kreeg is het meermaals verbouwd en uitgebreid. Er werden daarnaast talloze haardschouwen, gedenkstenen, tegels en complete interieurs in het stedelijk museum ondergebracht. Deze zogenaamde aard- en nagelvaste collectie is compleet versmolten geraakt met het gebouw. Aan JHA de taak om dit totaalpakket hoogwaardig te restaureren en te integreren met de uitbreidingsmodule die architecten HappelCornelisseVerhoeven ontwerpen. Hoe kijkt JHA zelf aan tegen de restauratie van Museum De Lakenhal?

Wat maakte dat JHA ‘ja’ zei tegen de restauratie van de oude Laecken-Halle?

'De vele lagen en rijke geschiedenis van het gebouw zijn fascinerend en de wijze waarop de brede museumcollectie is vergroeid met het gebouw inspireerde ons in het bijzonder. Er zijn opvallende overeenkomsten met ons werk aan het Sir John Soane’s Museum, waar de grens tussen gebouw en collectie eveneens ongedefinieerd is. Daarnaast klonk een samenwerking met HappelCornelisseVerhoeven ons als muziek in de oren. Wat zij hebben gedaan met het Noord Hollands Archief is geweldig. We zijn ervan overtuigd dat dit team de originele Laecken-Halle van architect Arent van ‘s-Gravensande waardig onder handen kan nemen.’

Wat zien jullie als de grootste uitdaging binnen het project?

'Eenheid aanbrengen in de veelheid van de bestaande bouwlagen en daaruit daadwerkelijke Architectuur laten doen ontstaan. Het museum is een optelsom van afzonderlijke bouwvolumes, ieder met een uniek karakter. Wij zien het als onze taak om die diversiteit te vieren, terwijl we ondertussen onderlinge samenhang aanbrengen.’

Waarop verwachten jullie na afloop met de meeste trots terug te kunnen kijken?

’Allereerst om onderdeel uit te hebben gemaakt van een bijzonder en eerbiedwaardig project. Daarnaast op een succesvol behoud van het originele karakter van het gebouw.’

Welk gevoel zou een historisch gebouw aan moderne bezoekers over moeten kunnen dragen? En wat doet JHA met dat gevoel? En: wat kan JHA garanderen aan diegenen die bijzonder gehecht zijn aan het gebouw van Museum De Lakenhal?

'Wij vinden het belangrijk dat bezoekers van een historisch gebouw de geschiedenis aan den lijve ondervinden. Idealiter moeten zij het gebouw bovendien meteen 'snappen’, ook de bezoekers die niet regelmatig in een museumgebouw komen. Zeker in zo'n complex gebouw als dat van Museum De Lakenhal, is het belangrijk dat bezoekers zich gemakkelijk kunnen oriënteren, zowel fysiek - waar bevind ik me ten opzichte van de ingang? - als in de context van de geschiedenis. Daarmee bedoelen we dat een bezoeker in bijvoorbeeld de Gouverneurs- of Staalmeesterskamer, niet afgeleid mag worden door hedendaagse bouwelementen, zodat zij het gevoel hebben daadwerkelijk in een ruimte uit de jaren 1640 staan.

Helaas is bijna geen enkel historisch gebouw compleet origineel geconserveerd. Ze hebben allerlei reparaties en renovaties ondergaan en het valt dan ook te betwisten of er überhaupt nog gebouwen bestaan die zo’n oprechte historische sensatie teweeg kunnen brengen. Dat geldt ook voor het Sir John Soane’s Museum. Het gebouw ziet er nog ruwweg uit zoals toen Soane het naliet in 1837, maar van dichtbij zijn de sporen van achtereenvolgende conservatoren goed te zien. Wij vinden dat restauratiewerk de originele staat nooit zou moeten overschaduwen. Het liefst moet het eigenlijk zelfs compleet onzichtbaar zijn.

De oude Laecken-Halle had als keurhal een specifieke functie en is in die zin dan ook vooral een praktisch gebouw. De buitenkant heeft het uiterlijk van een stadspaleis, de binnenkant is opvallend sober en van een ‘nobele eenvoud’. Door de eeuwen heen zijn verschillende restauraties en ingrijpende verbouwingen doorgevoerd. Het is de hoogste tijd voor een herinterpretatie van die bouwgeschiedenis. Het is ons streven om een selectie te maken uit de elementen die de originele sfeer en beleving van het gebouw het beste vertegenwoordigen en juist díe van extra zeggingskracht te voorzien.’

Tour door het Neues Museum: