Museum De Lakenhal vernieuwt! De laatste stappen van de restauratie en uitbreiding worden genomen en het aftellen richting de finale is begonnen.
Museum De Lakenhal is weer open!
Vanaf de heropening wordt de collectie getoond in de oude ‘Laecken-Halle’, met bekende topstukken zoals Het Laatste Oordeel (ca. 1526/27) van Lucas van Leyden, de Brillenverkoper (ca. 1624) van Rembrandt Harmensz. van Rijn en Contra-Compositie VII (1924) van Theo van Doesburg. In de nieuw gebouwde tentoonstellingszalen wordt vanaf de heropening een speciale presentatie ingericht rond de restauratie en uitbreiding, met fotowerken van Karin Borghouts en Marjan Teeuwen.
OVERZICHT PROCES RESTAURATIE EN UITBREIDING
PersberichtenSPOREN VAN VROEGER TIJDEN
Sinds 1874 is Museum De Lakenhal gevestigd in een fraai, historisch stadspaleis: de 'Laecken-Halle' (gebouwd in 1640). De oorspronkelijke voorkant van het gebouw is nog helemaal intact, maar aan de binnenzijde is in de loop der tijd veel veranderd.
- 1869: verbouwing tot stadsmuseum
- 1890: toevoeging nieuwe kunstzaal: de Harteveltzaal.
- 1921: bouw van de Papevleugel.
Zo ontstond een palet van gebouwdelen uit verschillende tijden. Het uitgangspunt voor de restauratie is het aanbrengen van een balans tussen deze tijdlagen, volgens het principe van ‘eenheid in verscheidenheid’.
Vanaf een centraal binnenplein, de Achterplaats, zijn de vier gebouwdelen zichtbaar en toegankelijk. Sporen van bijna 400 jaar bouwgeschiedenis worden daarbij niet uitgewist, maar juist getoond. Daardoor krijgt elk gebouwdeel zijn eigen karakter:
- de zeventiende-eeuwse lakenhal
- de negentiende-eeuwse kunstzalen
- de twintigste-eeuwse Papevleugel
- de nieuwe, eenentwintigste-eeuwse tentoonstellingszalen.
RESTAURATIE
De restauratie concentreert zich op de zeventiende-eeuwse 'Laecken-Halle' en de zogenaamde Achterplaats. De nobele eenvoud van dit majestueuze werkpaleis wordt door de architecten in ere hersteld. Ook is de originele H-vormige plattegrond beter zichtbaar. Door het terugbrengen van het centrale binnenhof, de Achterplaats, ontstaat een open oriëntatieruimte. Van hieruit zijn voortaan alle afzonderlijke delen van het museum te betreden: de nieuwe tentoonstellingsvleugel en het lakenhal-gebouw met de Papevleugel, waarin de vaste collectie huist.
Vastgeklonken in het gebouw
Sinds het ontstaan van het museum in 1874 zijn in het gebouw veel interieurelementen vastgeklonken. Dit is de zogenaamde aard- en nagelvaste collectie. Het geheel heeft een hoge historische waarde en deze collectie neemt dan ook een belangrijke plaats in binnen het restauratieproject.
Joristrap
In de negentiende eeuw werd een monumentaal trappenhuis aan het interieur toegevoegd. Deze Joristrap, die een samenhangend ensemble vormt met de zestiende-eeuwse Gravenramen, is een waardevol onderdeel van de museumarchitectuur. Om de nieuw te creëren Achterplaats een zo open mogelijk karakter te geven, is verplaatsing van dit trappenhuis de aangewezen oplossing. Het ensemble wordt met behoud van het originele interieur verplaatst van de noordzijde naar de westzijde van het gebouw, waar het de verbinding blijft vormen tussen de eerste en de tweede verdieping. Alle twaalf Gravenramen kunnen op deze manier bovendien worden verenigd in een panorama van natuurlijk daglicht.
UITBREIDING
Aan de achterzijde van het lakenhal-gebouw verrijst de nieuwbouw van Museum De Lakenhal, die een nieuwe gevel krijgt aan het Lammermarktplein. De nieuwbouw voegt een totaal volume van 2500 vierkante meter toe aan het museum, waarvan 450 vierkante meter tentoonstellingsruimte. Het ontwerp van deze nieuwe vleugel is een hedendaagse interpretatie van de baksteenarchitectuur van het bestaande museumcomplex. Vorm en schaal zijn geïnspireerd op de historische bebouwing in de omgeving. Al eeuwen staan hoge en lage gevels in dit gedeelte van de stad gebroederlijk naast elkaar.
HET ARCHITECTENTEAM
De combinatie van restaureren én uitbreiden vraagt om een divers team van architecten. Verantwoordelijk voor het restauratiegedeelte is het gerenommeerde bureau Julian Harrap Architects (JHA) uit Londen. Het jonge, talentvolle Happel Cornelisse Verhoeven Architecten (HCV) uit Rotterdam tekent voor de uitbreiding. HCVA wordt geleid door Ninke Happel, Floris Cornelisse en Paul Verhoeven. Dit veelbelovende trio werkt vanuit een ambachtelijke, duurzame basis aan ontwerpen die nieuwbouw op vanzelfsprekende en eigentijdse wijze verbinden met de stedelijke of landschappelijke omgeving. HCVA is winnaar van de ARCAward 2013 voor het interieurontwerp van het Noord-Hollands Archief. In datzelfde jaar werden zij genomineerd als Architect van het Jaar.
KOSTEN EN BEGUNSTIGERS
In 2014 heeft de Leidse gemeenteraad het Uitvoeringsbesluit voor de restauratie en uitbreiding goedgekeurd en 16,6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de bouw. Museum De Lakenhal heeft zich de opdracht gesteld de overige financiering zelf te realiseren. Inmiddels is dankzij een succesvolle campagne ruim 3 miljoen euro aan fondsen opgehaald, waaronder particuliere schenkingen, een impulsbijdrage van 1 miljoen euro van de BankGiro Loterij, een bijdrage van €790.000 van de Provincie Zuid-Holland en bijdragen van het succesvolle Lucas van Leyden Mecenaat. Overige bijdragen komen van de American Friends of Museum De Lakenhal, Nederlandse particuliere- en overheidsfondsen, sponsoring en overige donaties.