Interview bij Kunstroute 2024
‘Zijn’ modellen waren altijd mooi en slank. Maar nu schildert Casper Faassen zijn vader
Door Yaël Vinckx
Dit artikel verscheen eerder in het Leidsch Dagblad.
Bij binnenkomst in zijn atelier valt het direct op: een groot doek met daarop het silhouet van een oudere man, in een leunstoel. Het is een atypisch werk van kunstenaar Casper Faassen, die vooral bekendheid verwierf met portretten van jonge vrouwen.
Het portret van de oudere man is wellicht zijn meest persoonlijke werk ooit. En daarom staat het daar, dicht bij de ramen, vol in het daglicht. Zodat hij er omheen kan lopen, het van alle kanten kan bekijken.
Wie die man is?
‘Mijn vader’.
Casper Faassen verandert. In zijn beginjaren als beeldend kunstenaar zette hij zichzelf neer als rebel, peinzend in de straten van Parijs. Een groot ego had hij ook. Wie hem vroeg naar zijn toekomst, kreeg te horen dat die in het Moma in New York lag, bij Paris Photo of anders toch zeker in het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij zei het zonder te blikken of te blozen.
Faassen, grinnikend: ‘Dat waren mijn bravourejaren.’ Maar, zegt hij nu, hij wist toen nog niet waar het echte geluk in zit.
Nou, híer in, zegt hij en wijst om zich heen, naar zijn atelier, waar klassieke muziek klinkt, de tafel vol schilderspullen ligt, zijn werken tegen de muur gestapeld staan. ,,Om in mijn eentje aan het werk te zijn in mijn atelier, is misschien wel het grootste geluk.’’
Calvinistisch onderwijsgezin
Faassen is geboren in een calvinistisch onderwijsgezin en getogen in de Leidse Merenwijk. Zijn vader was een rolmodel, al kwam dat besef pas later. In zijn jonge jaren keek hij vooral op tegen masculiene actiehelden als Arnold Schwarzenegger, de Hulk en B.A. uit The A-team – mannen bedekt met spierbundels, gevuld met testosteron. Verliefd was hij op het blonde modelmeisje in zijn O’Neill-agenda.
Terwijl de jongen uit de Merenwijk uitgroeide tot een van de bekendste en succesvolste kunstenaars uit Leiden, keek de stad over zijn schouder mee. Ze zagen hoe zijn portretten van vooral mooie, slanke vrouwen – het blonde meisje uit de O’Neill-agenda klonk er altijd in door – een succes werden. Hoe hij zijn bravoure in en kennis uit de communicatiewetenschappen en reclamewereld inzette om een plek te veroveren in de wereld van de kunsten. Want Faassen wilde niet alleen kunst maken, hij wilde het ook verkopen.
Dat commerciële inzicht is hem lang nagedragen, zegt hij. ,,En soms voel ik het zelf ook zo. Dat ik er niet bij hoor. Dan voel ik me als tijdens de heksenbijeenkomst van Roald Dahl, waar de heksen ruiken dat er ergens een mensenkind is.’’
Tijdens een expositie op Paris Photo, was ik vooral bezig met vragen als ‘waar liggen de flyers?’
Casper Faassen – beeldend kunstenaar
Zijn kunst, waarin hij fotografie met schilderlagen combineert, bestaat uit landschappen, naakten, portretten, stillevens. De kleuren zijn zacht – Faassens werk doet zelden pijn aan de ogen. Dat, gecombineerd met de geveinsde bravoure en een uitgekiend ondernemingsplan, werkt. Er kwamen galerieën en musea, beurzen en exposities, prijzen en stijgende verkopen. Toch bracht het niet de verwachte overtuiging. ,,Ik voel niet dat ik een onomstotelijke plek als fotograaf heb.’’
Wellicht, zegt hij, heeft ie last van een soort imposter-syndroom: de angst om op een dag door de mand te vallen. Neem Photo Basel, waar hij onlangs een prijs voor zijn werk kreeg. ‘Dan zullen er wel niet zoveel goede deelnemers zijn’, dacht ‘ie direct. ‘Bovendien, wat stelt die prijs nu eigenlijk voor?’ Het heeft te maken met zijn karakter, zijn opvoeding en ook met Nederland. ,,Alles wat hier succesvol is, is verdacht.’’
De calvinistische opvoeding zit hem soms ook dwars. Als het gaat om de kunst van het vieren bijvoorbeeld. Want de lang gedroomde expositie op Paris Photo kwam er, in 2023. Faassens werk hing er bij twee galerieën. En toen? Nou, op weg naar Parijs stonden de tranen in zijn ogen, maar bij aankomst was de euforie alweer verdwenen, toen was ‘ie vooral bezig met vragen als ‘waar liggen de flyers’ en ‘staat het licht wel goed’.
Dus toen zijn twintigjarig bestaan als kunstenaar naderde, besloot hij het groots te vieren. In Leiden natuurlijk, waar hij vorig jaar een feest in de Hooglandse Kerk organiseerde, met kunst, dans, en zang. Een waar spektakel – al was het maar om die verdomde Calvijn voorgoed de mond te snoeren.
Male gaze
Fijn, zo’n feest, maar even terug naar de eerdere jaren. Want terwijl Faassen jonge vrouwen fotografeerde, veranderde de wereld. Natuurlijk, er waren kritische vragen over de aard van zijn werk, over de manier waarop hij vrouwen vormgaf, over de male gaze. Gaf hij hen louter weer op een manier zoals zo vele witte, heteroseksuele kunstenaars, hen graag zagen? Jong, mooi, verleidelijk? En zo niet, waarom fotografeerde hij dan altijd vrouwen en nooit mannen? En waarom waren die vrouwen altijd mooi en slank en nooit doorsnee en dik?
De vragen mochten terecht zijn, Faassen vond het lastig om anders te gaan schilderen. Hield zichzelf en anderen voor dat schoonheid in andere dingen zat - in huid, geur en kleur - dan in de lijnen die hij op het doek zette. En toch … zijn vrouw schildert hij wel voor zijn werk, maar hij peinst er niet over om zijn dochters op die manier te fotograferen. Ging het dan toch over aantrekkingskracht, over die vermaledijde male gaze?
,,Ja’’, zegt hij. En dan nog eens: ja. ,,Ik werk intuïtief, heb me dat meisje uit de O’Neill-agenda eigen gemaakt. Maar er valt óók iets te zeggen over de male gaze.’’ Spijt heeft hij niet, ook niet over zijn vroegere werk. ,,Dat ik veel jonge vrouwen heb geportretteerd, daar hoef ik volgens mij geen sorry voor te zeggen. Maar ik realiseer me dat ik een geprivilegieerde witte man ben, opgegroeid in een bepaalde omgeving, met bepaalde beelden. En dat ik op mijn beurt wellicht heb bijgedragen aan wat we als schoonheid zouden moeten ervaren. Daar probeer ik me toe te verhouden.”
Ik voel me soms als op de heksenbijeenkomst van Roald Dahl. Alsof ik er niet bij hoor
Casper Faassen – beeldend kunstenaar
Ten eerste door in zijn werk te laten zien waar hij vandaan komt, en wat zijn denken heeft gevormd – vandaar ook dat grote portret-in-wording in de hoek van zijn atelier, van zijn vader. Ten tweede door het podium te delen. Met fotografe Yael Laroes bijvoorbeeld, die bekend werd met een serie naaktfoto’s van zichzelf, waarmee ze haar getroebleerde relatie met haar lichaam wil laten zien.
Al zag de galerie die samenwerking niet direct zitten – daar waren ze nu eenmaal gewend aan ‘zijn’ slanke vrouwen in zachte kleuren. Dus wat moesten ze dan met een tweeluik met aan de ene kant een schilderij van een sierlijke ballerina en aan de andere kant een harde zwart/wit foto van een gezette vrouw die, gezicht naar beneden, op een stel rotsblokken ligt?
Hij glimlacht: ,,Ach, we moeten de galerieën een beetje opvoeden.’’
De innerlijke calvinist laat zich maar moeilijk bedwingen.
Danser in rok
En nu werkt hij aan een serie over de man, en onderzoekt tegelijk het begrip masculiniteit. Want wat of wie heeft zijn beeld van mannelijkheid gevormd? Is het zijn vader, actieheld B.A. of de danser Kele Roberson, met ‘die prachtige, bijna vrouwelijke rug’, die voor hem poseerde in een rok?
Makkelijk is het niet om mannen te schilderen, zegt hij. Neem alleen al het mannelijk geslachtsdeel. Best intimiderend. En waarom worden mannen zo vaak met een Romeinse torso afgebeeld? En liggen vrouwen altijd zó – nu strekt de kunstenaar zich loom uit om vervolgens een arm boven het hoofd te buigen en met half geloken ogen het atelier rond te kijken – op een schilderij?
Hij veert op: ,,Heb jij wel eens een schilderij gezien waarop een man op die manier wordt afgebeeld? Is toch een ander verhaal.’’
Al, zegt hij, is dat precies wat hij gaat doen. Naast twee kleine portretten van de Hulk en B.A. En dat grote portret van zijn vader, zittend in een stoel. Want die bleek toch zijn allergrootste rolmodel.
Met medewerking van Renée van Egmond
Tijdens de Kunstroute, op 21 en 22 september, is het werk van Casper Faassen te zien in zijn atelier in Marktsteeg 10.
Over deze serie:
In september 2024 bestaat de Kunstroute Leiden dertig jaar. In deze serie wordt een kijkje genomen in de ateliers van kunstenaars in Leiden, en worden de makers geportretteerd. Hoe wordt kunst gemaakt, wat is hun inspiratie, hoe leven zij hun leven? Vandaag, in deel 8: Kunstenaar Casper Faassen groeide uit tot een van de succesvolste kunstenaars uit Leiden. Deze serie kwam tot stand met financiële hulp van het Leids Mediafonds.