Drieluik met de kruisiging van Christus, ca. 1515-1517

Cornelis Engebrechtsz.

Cornelis Engebrechtsz. schilderde dit drieluik met veel aandacht voor individuele emotie en detail. Zijn stijl is ontleend aan de Antwerpse maniëristen. De zijluiken tonen taferelen uit het Oude Testament die in relatie staan tot de hoofdvoorstelling; de kruisiging van Christus. Links het offer van Abraham en rechts de oprichting van de koperen slang. In de predella, het onderstuk, groeit uit het lijk van Adam een boom waaruit volgens de legende het kruishout werd gemaakt. Het altaarstuk werd gemaakt voor het, bij Leiden gelegen, Augustinessen-klooster Mariënpoel. De opdrachtgever, Jacob Maertensz. Schout, was er priester en rector. In de predella wordt hij geflankeerd door zijn naamheilige St. Maarten. De zusters gaan vergezeld door hun ordeheilige St. Augustinus.

Multimedia