In 2014-15 presenteert Museum De Lakenhal een tentoonstelling gewijd aan portretten. Een optocht van welgestelde en weledelgeleerde figuren baant zich een weg door het museum. Niemand minder dan Rudi Fuchs, gevierd tentoonstellingsmaker, kunsthistoricus en schrijver, maakte een persoonlijke selectie uit de collectie van Museum De Lakenhal. Een deftige parade toont portretten uit de periode tussen grofweg 1550 en 1850. De geschiedenis van het portret beslaat echter een veel langere periode.
Honderden resultaten
Zoeken in de collectie van Museum De Lakenhal levert honderden resultaten op. Van middeleeuws tot modern, van geschilderd tot gebeeldhouwd, het portret kent vele gezichten. Sommige gezichten zijn wat opgepoetst, andere verrassend natuurgetrouw.
alle portrettenVroegste portretten
De allervroegste portretten stammen uit de Grieks-Romeinse tijd. In de Fayoem-oase in Egypte werden de rijke overledenen gemummificeerd, waarna een bijzonder realistisch portret op de mummie werd bevestigd. In de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden bevinden zich enkele van deze Fayoem-portretten, gedateerd op ongeveer 175-225 n. Chr.
Middeleeuwen
De kunst van de middeleeuwen heeft in het Westen nagenoeg altijd een religieus onderwerp. De portretten die bewaard zijn gebleven tonen dan ook met name de gezichten van Jezus, Maria en andere heiligen, gemodelleerd naar een universeel christelijk idee over hoe Maria en Jezus eruit zouden hebben gezien. De attributen van de heiligen zorgden er bovendien voor dat zij direct herkenbaar waren voor alle gelovigen. Uitzonderingen hierop vormen de portretten van schenkers: een veelvoorkomend fenomeen vanaf de vijftiende eeuw. Monumentale altaarstukken voor in kerken en kloosters werden vaak gesponsord door rijke burgers. Door zichzelf en familieleden realistisch te laten vastleggen op het altaarstuk was het voor iedereen duidelijk te zien dat zij goede christenen waren.
Schenkers in beeld
Ook in de collectie van Museum De Lakenhal bevinden zich enkele portretten van laat-middeleeuwse schenkers en stichters. Door zich te omringen met heiligen die model stonden voor hun eigen deugden, werkten de schenkers aan hun relatie met God en hoopten zij een plaatsje in de hemel te reserveren voor zichzelf en hun familie.
Zijluiken van een drieluik met stichters uit de families Van der Does en Van Poelgeest, met op de buitenluiken de wapenschilden van Willem van der Does en Henrica van Poelgeest
Cornelis Engebrechtsz.
De stichters op de twee zijluiken zijn aan de hand van de talrijke wapenborden te herkennen als nakomelingen van Jan van Lochorst en Hendrica van der Does. Het echtpaar behoorde tot de meest invloedrijke adellijke families uit Leiden. Hun nakomelingen worden vergezeld door hun patroonheiligen St. Joris en St. Maria Magdalena. Het drieluik bevond zich oorspronkelijk in de Pieterskerk te Leiden. Het middenpaneel is verloren gegaan.
Read moreDrieluik met de kruisiging van Christus
Cornelis Engebrechtsz.
Cornelis Engebrechtsz. schilderde dit drieluik met veel aandacht voor individuele emotie en detail. Zijn stijl is ontleend aan de Antwerpse maniëristen. De zijluiken tonen taferelen uit het Oude Testament die in relatie staan tot de hoofdvoorstelling; de kruisiging van Christus. Links het offer van Abraham en rechts de oprichting van de koperen slang. In de predella, het onderstuk, groeit uit het lijk van Adam een boom waaruit volgens de legende het kruishout werd gemaakt. Het altaarstuk werd gemaakt voor het, bij Leiden gelegen, Augustinessen-klooster Mariënpoel. De opdrachtgever, Jacob Maertensz. Schout, was er priester en rector. In de predella wordt hij geflankeerd door zijn naamheilige St. Maarten. De zusters gaan vergezeld door hun ordeheilige St. Augustinus.
Read moreMemorietafel met de opstanding van Christus en stichters uit de familie Van Boschuyzen
Anoniem
natuurgetrouw
Dit portret van Johan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden, laat zien dat in de Noordelijke Nederlanden veel waarde werd gehecht aan het natuurgetrouw weergeven van de geportretteerde. Het grote litteken op de wang van Johan II werd door de kunstenaar, die een kopie maakte naar een werk van de beroemde schilder Jan Mostaert, prominent in beeld gebracht.
Portret van Johan II van Wassenaer, burggraaf van Leiden
Anoniem
zelfportretten
Wanneer kunstenaars zichzelf vanaf de renaissance gaan zien als méér dan een ambachtsman alleen, ontstaan de eerste zelfportretten. Rond 1450 schildert de Franse kunstenaar Jean Fouquet een rond paneel met zijn eigen beeltenis. Hoewel vermoed wordt dat ook diens voorganger Jan van Eyck een zelfportret heeft gemaakt, is Fouquets werk het vroegste zelfportret dat bewaard is gebleven.
Self portrait by Rembrandt
Het bekendste zelfportret in de collectie van Museum De Lakenhal is waarschijnlijk dat van de jonge Rembrandt. Hij schilderde dit Historiestuk uit 1626 in de begindagen van zijn schilderscarrière, toen hij nog in zijn geboorteplaats Leiden woonde en werkte. Rembrandt heeft een bescheiden plek voor zijn eigen verschijning ingepast achter de schouder van de belangrijkste figuur op het schilderij.
Historiestuk met zelfportret van de schilder
Rembrandt Harmensz. van Rijn
Read more in the story about:
Rembrandt and the Golden Age
Nieuwe aanwinst
In juli 2014 heeft Museum De Lakenhal nóg een bijzonder zelfportret aan de collectie kunnen toevoegen. De Leidse fijnschilder Jan van Mieris schilderde zijn eigen evenbeeld in ca. 1685. De aankoop kwam tot stand met steun van de Vereniging Rembrandt, mede dankzij haar BankGiro Loterij Aankoopfonds, Themafonds 17de-eeuwse Schilderkunst en het Mondriaan Fonds.
Dat de mogelijkheid zich voor Museum de Lakenhal in Leiden voordeed om één van de schaarse zelfportretten van de kunstenaar te verwerven wordt door het bestuur van de Vereniging Rembrandt als een kans gezien om de verzameling van Leidse Meesters voor het museum en de Collectie Nederland uit te breiden. Als Leidse fijnschilder past Jan van Mieris perfect in de collectie van Museum de Lakenhal dat een belangrijke verzameling zelfportretten van Leidse Meesters bezit
Vereniging Rembrandt
Interview Sleutelstad met directeur Meta Knol over verwerving zelfportret Jan van Mieris
Groepsportretten
Alle hoofdlieden van het Turfdragersgilde van Leiden zijn in 1677 bijeen gekomen om zich te laten portretteren door de kunstenaar Matthijs Naiveu. Het werk is bedoeld voor in het benedenvertrek van het gildehuis aan de Paardensteeg. In 1870 wordt het overgedragen aan de stad Leiden en komt het in Museum De Lakenhal terecht.
Hoofdlieden van het Turfdragersgilde te Leiden
Matthijs Naiveu
Fotografie
Halverwege de negentiende eeuw worden de eerste fotoafdrukken gemaakt. Deze ontdekking maakte het vastleggen van iemands beeltenis in één klap immens populair. Een foto, hoe complex het maakproces in die tijd nog was, was immers sneller en goedkoper dan een geschilderd portret. Voortaan kon bijna iedereen zichzelf, de hele familie of een overleden naaste laten vereeuwigen.
Henry Fox Talbot
Eén van de pioniers op het gebied van fotografie is Henry Fox Talbot. In de vroege jaren 1840 maakt hij zijn eerste 'zoutafdrukken' met behulp van met keukenzout en een oplossing van zilvernitraat lichtgevoelig gemaakt papier. Veel van die vroege zoutafdrukken zijn bijzonder kwetsbaar: een klein beetje licht en de voorstelling verdwijnt voor eeuwig. Des te unieker is het dat de Bijzondere Collecties van de Universiteit Leiden een heel aantal zoutafdrukken in de collectie heeft.
Deze foto van twee schaakspelers bijvoorbeeld. De rechter speler is bekend: het is Antoine Claudet (1797-1867), één van de eerste fotografen met een portretstudio in Londen.
Deze foto was in 2013 te zien op de tentoonstelling WERELDSCHATTEN. Van Cicero tot Erwin Olaf in Museum De Lakenhal. Een exclusieve samenwerking met de Bijzondere Collecties van de Universiteit Leiden.
Moderne portretten
Met de opkomst van moderne kunststromingen vanaf circa 1850 verandert de manier van kijken naar de zichtbare werkelijkheid radicaal. Niet langer werd het noodzakelijkerwijs gevonden om de wereld zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven, maar kwam de beleving van de kunstenaar voorop te staan. Expressionistische kunstenaars vertaalden emotie naar kleur en vorm, terwijl de abstracte kunstenaars rationele theorieën uitwerkten om de zichtbare wereld te kunnen ordenen.
Schilderen met emotie
Bram van Velde komt in 1895 ter wereld in Zoeterwoude-Rijndijk, nabij Leiden. In 1922 vestigt de jonge kunstenaar zich in een landelijk gelegen kunstenaarskolonie in Worpswede, nabij Hamburg. Daar leert hij het werk van de Duitse expressionisten kennen. Nog hetzelfde jaar maakt hij dit doek, waarop hij zijn gelaat schildert in felle kleuren en ferme penseelstreken.
Zelfportret
Bram van Velde
Bram van Velde hechtte veel waarde aan een intense uitdrukking van zijn gevoel. ‘Elk stuk is eigenlijk een zelfportret’, vond hij, ‘of het nu een bloemstuk, landschap of een portret betreft.’ In dit schilderij heeft Van Velde zichzelf frontaal, bijna vlakvullend afgebeeld. Elke suggestie van ruimtelijkheid ontbreekt. Het portret valt op door de intensiteit van het kleurenpalet en door de ongepolijste techniek. Het gezicht is met krachtige, rake lijnen in uitgesproken kleuren geschilderd. Door het gebruik van witte contourlijnen en vlakken komt het portret los van de achtergrond. Aan de doordringende blik ontleent het portret zijn zelfbewuste karakter.
Read moredoorbeelden
In het Leiden van 1916 begint voor De Stijl-kunstenaar Theo van Doesburg (1883-1931) zijn meest kenmerkende periode: hij legt zich toe op kunstwerken die geheel opgebouwd zijn uit abstract-geometrische elementen. Aanvankelijk zoekt hij nog steun bij de visuele werkelijkheid. Hij maakt bijvoorbeeld eerst een vrij natuurgetrouwe tekening, om deze vervolgens steeds verder te 'doorbeelden'. Dat wil zeggen dat hij de tekening steeds verder reduceert tot elementaire vormen, totdat er uiteindelijk uitsluitend lijnen en rechthoekige vlakken overblijven. Deze theorie past hij ook toe op portretten, bijvoorbeeld van zijn vrouw Nelly en J.J.P. Oud.
Read more in the story about
Theo van Doesburg en De Stijl
Het portret anno nu
Marlene Dumas (Kaapstad, 1953) maakt in 1994 deze zeefdruk van Billie Holiday. Holiday was toen al enige tijd overleden, de legendarische jazz-zangeres stierf in 1959.
Billie
Marlene Dumas
Portret van Paus Benedictus XVI
In 2011 kocht Museum De Lakenhal het monumentale werk 'Pope' van Leidse kunstenaar Maurice Braspenning (1968) aan. Dit portret van Paus Benedictus XVI is geschilderd als een vluchtige schoolbordtekening; een techniek die Braspenning regelmatig hanteert. De kunstenaar liet zich inspireren door het 'Laatste Oordeel' (1526-27) van Lucas van Leyden: een Bijbels toekomstperspectief waaraan ook de leider van de Katholieke kerk niet ontkomt.
POPE
Maurice Braspenning
Kijken en bekeken worden
Op de tentoonstelling 'Een deftige parade. De selectie van Rudi Fuchs' (t/m 31 mei 2015) staat kijken en bekeken worden centraal. Immers, een portret kijkt altijd terug.
over de tentoonstelling