GOED KIJKEN MET WIETEKE VAN ZEIL
Er is in Museum De Lakenhal veel te zien en te doen. Tijdens een museumbezoek is het gemakkelijk om overweldigd te raken door de grote hoeveelheid werken en de enorme hoeveelheid informatie. Dat geldt zowel voor mensen die gewend zijn naar kunst te kijken als voor mensen die weinig musea bezoeken. In samenwerking met kunstredacteur Wieteke van Zeil hebben we daarom een aantal kijktips geformuleerd, om van jouw bezoek een succes te maken. Vergeet ook niet de speciaal door haar ontwikkelde gratis kijkgids (inclusief tekenopdracht) op te halen bij de kassa!
Tip 1 - Goed kijken begint met negeren
Het museum hangt vol kunstwerken. Daarin barst het van de waardevolle details. Om alles te kunnen zien, ga je soms bijna vanzelf kijken alsof je door een tijdschrift bladert: veel te snel. Want als we alles wat op ons netvlies valt bewust zouden onthouden, zouden we snel overladen zijn!
Gelukkig zijn de hersens efficiënt, ze pikken alleen op wat relevant voor ons is. De rest gaat naar een soort ‘extern geheugen’, het onbewuste. Wat je niet nodig hebt om te zien, onthoud je niet. Op een vol perron in de spits zul je letten op de treininformatie op het bord, maar de kleur van de jas van de man naast je is niet belangrijk om op te merken. Er zijn veel onderzoeken gedaan naar bewuste en onbewuste waarneming. Daaruit wordt duidelijk dat wij het overgrote deel van wat we zien niet bewust registreren en onthouden. Onze aandacht is beperkt, ze kan als een spier overbelast worden. Dan heeft het weer tijd nodig om te ‘laden’. Hoe veel er ook te zien is, als de aandacht op is zul je minder opmerken.
Hoe kun je toch zorgen dat je bijzondere details in schilderijen ontdekt? En hoe voorkom je een gevoel van overweldiging in een museum vanwege de hoeveelheid kunstwerken? Door te negeren. Om aandacht te kunnen hebben, moet je selecteren. De kwaliteit van je blik wordt er beter van! Je zult in Lucas van Leydens Laatste Oordeel misschien eindelijk dat rustig lezende duiveltje opmerken, wanneer je de rest even lekker buiten beschouwing laat.
Begin dus met keuzes. Kies bijvoorbeeld in elke zaal één kunstwerk om wat meer tijd voor te nemen, dan gaan onverwachte details opvallen. Voor veel mensen voelt dit als een bevrijding: je hóéft niet alles te zien. Of je kunt besluiten dat je vandaag maar twee zalen bekijkt, en een volgende keer weer twee andere. Dat voorkomt overprikkeling. Wat ook helpt is om eerst naar het kunstwerk te kijken en het tekstbordje nog even te negeren: je kijkt bewuster als je zelf kijkt. Lees daarna de informatie of beluister de audio, en kijk dan opnieuw!
Tip 2 - Kijk buiten je bubbel
Het oog gaat naar wat het kent, als een magneet. Als je van mode houdt, zal het goudbrokaat en satijn in een voorstelling je opvallen. Als je een natuurmens bent, kijk je eerder naar bomen en planten. En onbewust kijken we het snelst naar mensen die een beetje op ons lijken. We merken op wat we (onbewust) hérkennen. Onze aandacht wordt voor een groot deel gestuurd door eerdere ervaringen; het brein vergelijkt wat we voor ons zien met wat het eerder heeft gezien, dat daarop lijkt. Dat merken we als eerste op. Die eerdere ervaringen hebben ook invloed op de betekenis die we geven aan wat we zien.
Cultuurhistoricus Ernst Gombrich noemde dit het ‘kijkersaandeel’. Vergelijk het met wolken lezen, zei hij: je kunt een schip of een leeuw zien in een wolk, maar alleen als je een schip of een leeuw uit de werkelijkheid kent. In kunst zullen wij dus vooral opmerken wat we uit ervaring kennen.
Als je dit eenmaal weet, weet je ook dat er dus veel is dat je ontgaat. Helaas! Maar daar is iets aan te doen. Het museum is bij uitstek de plek waar je de wereld vanuit nieuwe perspectieven kunt leren zien. Ga bijvoorbeeld samen het museum in, het liefst met iemand die een hele andere achtergrond of interesse heeft. Een biologiestudent, een architect, modeliefhebber, loodgieter of iemand met een ander geloof. Je kunt elkaar wijzen op wat je ziet. De kunstwerken reiken genoeg aan om meer op te merken dan je (onbewust) verwacht!
Tip 3 - De context geeft de clou
Als we kijken, oordelen we bijna automatisch. Wat we zien, begrijpen we door wat er omheen te zien is. Want iets kan in de ene context een totaal andere betekenis hebben dan in een andere. Denk aan een afbeelding van iemand die huilt; pas als je naar de omgeving kijkt, kun je begrijpen of dat tranen van verdriet of vreugde zijn.
Onze neiging om begrip van een situatie op te bouwen uit de verschillende details die je ziet, noemen psychologen ‘het effect van context’. We gebruiken zichtbare context én onzichtbare; ons geheugen. Het onbewuste geheugen is vele malen groter dan het bewuste, en ook daar putten we uit wanneer we naar iets kijken.
In kunstwerken geven details vaak inzicht in het geheel, en andersom. De zichtbare context kan bijvoorbeeld helpen de (symbolische) betekenis van een hondje in het een schilderij te snappen; hondjes symboliseren in de ene voorstelling vaak iets heel anders zijn dan in een andere. We associëren het dier met wat we eromheen zien en met de context van ons grote geheugen en kunnen zo de betekenis inschatten. Zo kan een hond bijvoorbeeld symbool staan voor trouw (trouw in de liefde of trouw aan god) of juist voor het kwaad (de hellehond) - je zult het uit de context kunnen opmaken. Wat zou de bruinhitte makker in Gerrit Dous Echtpaar in een landschap bijvoorbeeld kunnen betekenen? Het is een interessante puzzel om zo door details de betekenis van een voorstelling te raden. Waarom scharrelen er bijvoorbeeld ratten op het Lamentatiedrieluik van Cornelis Engebrechtsz, en wat doet die sleutel aan de achterwand daar bij Jan Steens Piskijker?
Kies een detail, en zoom dan uit naar de hele voorstelling. Wat zegt het ene detail over het andere? Is er misschien een symbolische betekenis naast een letterlijke? Geeft dit detail meer inzicht in het geheel? Het is een spel dat de kunstenaar je voorlegt, een denkpuzzel over schoonheid en betekenis.
Tip 4 - Wie tekent, ziet meer…
Wanneer was de laatste keer dat je iets tekende? Voor de meeste kinderen zal dat pas geleden zijn, maar veel volwassenen zijn er gaandeweg mee gestopt. Waarom eigenlijk? Goed kijken kan beginnen met een potlood en het museum is de perfecte plek om dat te oefenen. Want wie iets natekent, kijkt actiever. Het brein slaat beter op wat je ziet en je zult steeds meer kleine details opmerken. Je wordt bewust dat er een ontstaansproces achter elk kunstwerk zit, en dat het materiaal bijdraagt aan de betekenis. Elk detail is een bewuste keuze geweest van de kunstenaar, en met aandacht weergegeven. En nog belangrijker: je ervaart een beetje wat de kunstenaar deed, toen hij of zij het werk maakte.
Kies een kunstwerk uit en zoek daarin een detail om na te tekenen. Het mag best klein zijn! Vraag je voordat je begint met tekenen twee dingen af:
- Van welk materiaal is het detail gemaakt? In de werkelijkheid, en op het kunstwerk?
- Van welke kant valt het licht erop?
Op die manier staat je waarneming alvast ‘aan’. Ga vervolgens aan de slag en teken het detail na. Pruts, kras, gum, klieder, veeg, alles mag. En onthoud: het hoeft niet meteen te lukken, geniet vooral van het maken!
TIP: deze tekenopdracht is gratis af te halen bij de informatiebalie!
Tip 5 - Weg met die smartphone
Wanneer je iets interessants ziet, is een begrijpelijke reactie dat je het wil ‘bewaren’ en delen. Bewaren kan door een foto te maken van wat je ziet en dat kun je delen. Je was getuige van het moois en dat laat je met trots zien! Kunstenaars zijn al eeuwen geboeid door het weergeven van wat ze om zich heen zien; zij zijn op een bepaalde manier ook aan het ‘bewaren’. De schilder Jan van Eyck schreef bijvoorbeeld in de 15de eeuw als eerste zijn naam op zijn schilderijen om te laten zien dat hij getuige was: ‘Jan van Eyk fuit hic’, letterlijk ‘Jan van Eyck was hier’. Natuurlijk is het schilderij een illusie van de werkelijkheid, maar het effect van ervaren, bewaren en delen is ook hierin te zien.
Sinds een aantal jaren mag je in bijna elk museum foto’s maken van wat je ziet. Dat vergroot de vreugde en geeft bekendheid aan boeiende kunstwerken bij een steeds breder publiek. Er is alleen één probleempje: de aanwezigheid van een smartphone verstoort je concentratie. Je let minder op, en onderzoekers hebben zelfs ontdekt dat ook een telefoon die uitstaat invloed heeft op je aandacht! Om kunst met aandacht te kunnen bekijken, is het dus goed om dat éérst zonder je smartphone erbij te doen.
Kunstwerken zijn gemaakt om impact te hebben op de kijker. Al eeuwen lang, en door vele culturen. Denk maar aan het ontzag dat totempalen opriepen, of iconen in de Middeleeuwen. De impact van kunst kan zo groot zijn dat je bang wordt, je getroost voelt, of zelfs in vervoering raakt van wat je ziet. Dat is ook de bedoeling: het kunstwerk kan even voelen als écht. Die ervaring kun je alleen krijgen als je zelf kijkt, fysiek bij het kunstwerk. Zet je er een schermpje tussen, dan doorbreek je die ‘magie’ en vernietig je de persoonlijke ervaring. Gemiddeld kijken we 28,63 seconden naar een kunstwerk. Is het dan niet zonde om daarvan 5, 10 of 15 seconde aan je schermpje te geven?
Gun het jezelf om een kunstwerk te ervaren zonder tussenkomst van een telefoon. Je zult zien wat mensen al eeuwen hebben ervaren: dat een kunstwerk invloed op je heeft, die zo sterk kan zijn dat het echt wordt. Elk kunstwerk is als een venster naar een andere wereld. Als je die ervaring wil bewaren, kun je altijd na afloop terugkeren met je telefoon en alsnog een foto maken!