Home

Wekelijks interviewt Sebastiaan van Loosbroek, journalist voor o.a. het Leidsch Dagblad, mensen met een bijzondere band met de Lammermarkt. De interviews gaan over persoonlijke ervaringen, de geschiedenis van de Lammermarkt en anekdotes die zich rond dit gebied hebben afgespeeld.

Deze week… Paul van der Kamp (49), hoofd bedrijfsvoering & financiën van Museum De Lakenhal. Hij vertelt waarom de uitbreiding zo lang is uitgesteld en waarom die zo noodzakelijk is voor het museum.

Interview #8

We hebben een chronisch gebrek aan ruimte

‘In 1939 al werd er gesproken over uitbreiding van het museum. Maar daar kwamen wat dingen tussen. Eerst de Tweede Wereldoorlog, later was er weinig geld vanwege de wederopbouw. In de jaren ’70 had de Lakenhal een architect aangesteld die zowel de uitbreiding ontwierp als over de begrotingen ging. Na jaren van plannen uitwerken en bouwtekeningen maken bleek dat hij veel te rooskleurig had gerekend. Er was bij lange na niet voldoende budget. Bovendien zat Leiden financieel in zwaar weer.

Project LaLa

Met een aantrekkende economie werden vanaf het einde van de jaren ’90 nieuwe ambities ontwikkeld. Toen is het project LaLa – Lakenhal/Lammermarkt – gestart. Alle wensen, zowel de herontwikkeling van het Lammermarktgebied als de restauratie en uitbreiding van het museum, werden toen aan elkaar geknoopt. Maar daar is de stekker uit gegaan, want het werd veel te duur. Maar het geld dat oorspronkelijk voor dat plan gereserveerd was, is een deel waarmee de uitbreiding nu gefinancierd wordt.

Vastgoedmagnaatje

Al in de jaren ’70 had het museum omliggende panden aangekocht, maar omdat concrete plannen steeds uitbleven werden die pandjes door de tijd heen door de Lakenhal verbouwd. Ofwel voor bewoning van medewerkers van het museum, ofwel voor opslag van spullen voor het museum. In diverse panden aan de Lammermarkt lag vroeger een deel van de kunstcollectie, maar die pandjes zijn al jaren gelden afgekeurd voor opslag omdat de klimaatomstandigheden zo slecht zijn. We hebben over de jaren behoorlijk wat panden in beheer gehad, waardoor het museum wel een vastgoedmagnaatje leek.

Alles gecentraliseerd

Er zijn twee belangrijke redenen dat we uitbreiden. Ten eerste hebben we chronisch gebrek aan ruimte. Als we bijvoorbeeld een tijdelijke tentoonstelling willen neerzetten, moeten we eerst onze vaste collectie naar het depot verplaatsen. Dat hoeft straks niet meer, want we krijgen een tentoonstellingsruimte voor tijdelijke presentaties. De huidige ruimte kan dan permanent gebruikt worden voor de eigen collectie. Ten tweede zitten onze werknemers en werkplaatsen op allerlei plekken, maar niet centraal bij elkaar. In het Scheltema zit bijvoorbeeld de werkplaats van onze technische dienst, die de tentoonstellingen opbouwt. Nu moeten ze nog materialen met karretjes over straat verplaatsen. Dat het personeel op meerdere locaties zit, komt de interne communicatie ook niet ten goede. Met de nieuwbouw wordt alles gecentraliseerd.

Drukker dan ooit

Het museum gaat straks twee jaar dicht, maar we willen wel zichtbaar blijven door op andere locaties een programma op te zetten of door tijdens de bouw de vorderingen te tonen. We moeten de herinrichting voorbereiden, bepalen met welke tentoonstellingen we openen, de kantoren en werkplaatsen moeten opnieuw worden ingericht… Achter de schermen krijgt iedereen het drukker dan ooit.’

Sebastiaan van Loosbroek (1992) is masterstudent Journalistiek & Nieuwe Media aan de universiteit Leiden en is freelance journalist. Hij schrijft onder meer voor Leids Universitair Weekblad Mare en is columnist van Leidsch Dagblad.

Paul van der Kamp
Paul van der Kamp