Home

Op 33-jarige leeftijd reist Theo van Doesburg (Utrecht 1883 - Davos 1931) de liefde achterna en vestigt zich in 1916 in Leiden. Theo van Doesburg is zijn pseudoniem, zijn echte naam is Christian Emil Marie Küpper. Hij heeft op dat moment al een staat van dienst: na rond 1900 als figuratief schilder te zijn begonnen, ontwikkelt hij rond 1915 een lyrisch abstracte schilderstijl. Ook schrijft hij gedichten en kunstkritieken. Verder is hij actief binnen de kunstenaarswereld als organisator van tentoonstellingen en als medeoprichter van kunstenaarsgroepen. De periode in Leiden – van 1916 tot 1922 – is echter uitermate belangrijk, niet alleen voor het werk van Theo van Doesburg zelf, maar ook voor de ontwikkeling van de beeldende kunst in het algemeen.

De Stijl in Leiden

Van Doesburg richt al snel na zijn verhuizing in 1916 in Leiden de kunstenaarsvereniging De Sphinx op. Deze voldoet vanwege de diversiteit van opvattingen en stijlen echter niet aan zijn verwachtingen. Geïnspireerd door zijn kennismaking met kunstenaar Piet Mondriaan richt hij daarom in 1917 in Leiden het tijdschrift De Stijl op. Al vanaf het eerste nummer speelt het tijdschrift een grote rol in binnen- en buitenland. Van Doesburg nodigt geestverwante kunstenaars in het buitenland uit om in het tijdschrift te publiceren.

THEO VAN DOESBURG, PORTRET VAN PETRÓ (NELLY VAN DOESBURG), EN PROFIL (DETAIL), 1922
THEO VAN DOESBURG, PORTRET VAN PETRÓ (NELLY VAN DOESBURG), EN PROFIL (DETAIL), 1922 Museum De Lakenhal, Leiden

De Stijl

Rondom tijdschrift De Stijl ontstaat een kunstenaarsgroepering, bestaande uit onder anderen Piet Mondriaan, Bart van der Leck, Vilmos Huszár en Gerrit Rietveld. Deze groep schilders, architecten en ontwerpers streeft naar een autonome, universele kunst, bedoeld voor een nieuwe mens in een nieuwe samenleving. Niet meer het individu, maar het grote geheel van de samenleving moet het uitgangspunt zijn. Een compleet nieuwe beeldtaal zou alle mensen op een gelijke manier moeten kunnen aanspreken. Hun ideeën hierover publiceren ze in het tijdschrift.

THEO VAN DOESBURG, SFEER, CA. 1916
THEO VAN DOESBURG, SFEER, CA. 1916 Museum De Lakenhal, leiden

Theo van Doesburg in Leiden

In Leiden begint voor Van Doesburg zijn meest kenmerkende periode: hij legt zich toe op kunstwerken die geheel opgebouwd zijn uit abstract-geometrische elementen. Aanvankelijk zoekt hij nog steun bij de visuele werkelijkheid. Hij maakt bijvoorbeeld eerst een vrij natuurgetrouwe tekening van de Blauwpoortsbrug in Leiden. Vervolgens gaat hij deze tekening steeds verder 'doorbeelden', dat wil zeggen dat hij de tekening steeds verder gaat reduceren tot elementaire vormen, totdat er uiteindelijk uitsluitend lijnen en rechthoekige vlakken overblijven. Het herkenbare motief wordt 'doorgebeeld' tot een abstracte compositie. Al snel echter durft hij het aan om het schilderij van begin af aan als een op zichzelf staande abstracte compositie op te zetten.

TENTOONSTELLINGEN VAN DOESBURG EN UTOPIA

In 2009-10 organiseerde Museum De Lakenhal in samenwerking met Tate Modern (Londen) de groots opgezette tentoonstelling ‘Van Doesburg and the International Avant-Garde: Constructing a New World’. Daarin werd Van Doesburg neergezet als een onvermoeibare, veelzijdige en centrale figuur binnen de internationale avant-garde. Schilderijen, beelden, maquettes, meubels, affiches, films, typografische ontwerpen en tijdschriften geven samen een beeld van de levendige internationale kunstwereld aan het begin van de twintigste eeuw, toen de verschillende disciplines steeds meer met elkaar verweven raakten. Het internationale tijdschrift Artforum verkoos de tentoonstelling tot één van de beste van dat jaar. Werk van Van Doesburg was gecombineerd met dat van onder meer: El Lissitzky, László Moholy-Nagy, Gino Severini, Kurt Schwitters, Hans en Sophie Arp, Mondriaan, Vilmos Huszár en Bart van der Leck.

Tentoonstelling 'Van Doesburg and the International Avant-Garde: Constructing a New World' (2009-10), Museum De Lakenhal
Tentoonstelling 'Van Doesburg and the International Avant-Garde: Constructing a New World' (2009-10), Museum De Lakenhal Foto: Marc de Haan

In 2012-13 kreeg deze tentoonstelling een passend vervolg in de vorm van ‘UTOPIA 1900-1940. Visies op een Nieuwe Wereld’. In een breed scala van beeldende kunst, film, architectuur, dans, theater, design en fotografie passeerden vele grote namen de revue, waaronder, naast Van Doesburg: Max Pechstein, Fernand Léger, El Lissitzky en Bruno Taut. De werken staan voor de revolutionaire idealen van de expressionisten en de constructivisten: twee van de belangrijkste avant-gardebewegingen van de vroege twintigste eeuw. Deze internationaal samengestelde tentoonstelling presenteerde de twee stromingen in een compleet nieuwe samenhang. De Volkskrant riep deze tentoonstelling in december 2013 uit tot cultureel hoogtepunt van het jaar.

UTOPIA 1900-1940. Visies op een Nieuwe Wereld
UTOPIA 1900-1940. Visies op een Nieuwe Wereld Foto: Marc de Haan